Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [24]In Denwelken wij hebben [25]de vrijmoedigheid, en [26]den toegang [27]met vertrouwen, door het geloof [28]aan Hem. 24. Namelijk Christus Jezus. 25. Namelijk om God onzen Vader als kinderen aan te spreken, gelijk het Griekse woord parrhesia medebrengt; en om te roemen op de hoop der heerlijkheid Gods, Rom.5:2, en Rom.8:15, enz. 26. Of, toeleiding; namelijk door denzelfden Geest, die ons als met de hand tot God leidt; Rom.8:26. 27. Namelijk des geloofs op God. 28. Namelijk Christus. Want door het geloof in Christus als onzen Middelaar, geloven of vertrouwen wij op God, en hebben een vrijmoedigen toegang tot God; 1 Petr.1:21. Grieks, deszelven.